Ik heb een licht verstandelijke beperking, en de natuur maakt het me onmogelijk om een pappa of mamma te zijn. Mijn kinderwens is altijd sterk geweest, en toen ik mijn verhaal deed over het gemis en mijn creatieve oplossing, een rouwpop, kreeg ik eerder een vonnis dan een schouder om op uit te huilen.
“Men vond dat ik pedofiele gevoelens had”.
Dan heb je al een stempel omdat je een beperking hebt, ben je al zo kwetsbaar, en dan ook zo’n vonnis. Terwijl mijn huisarts me echt met ongeloof aanhoorde: “Creatief? Jazeker, revolutionair zeker weten en waarom is het in is het in de ouderenzorg wel oké?” (Alzheimer patienten hebben er bewezen baat bij)
Mijn verdriet was dus verviervoudigd. Het gemis an sich, een vonnis van een club mensen die er voor je zouden ‘moeten’ zijn. Het niet mogen knuffelen met een pop en het intense verdriet van alles eromheen.
Nu ik een andere woonplek gevonden heb, is het allemaal prima en dat maakt het emotioneel bevrijdend maar ook opnieuw lastig omdat het zo lang ‘verboden’ was.
Als ik de literatuur er op nakijk zijn er verschillende meningen over het dragen van het verlies door middel van een pop.
Persoonlijk ben ik er een voorstander van, omdat het iets tastbaars is. Iets tastbaars is fijn omdat het er altijd is, los van gedachtes, en voelen, kun je het pakken. Dit maakt het voor mij fijn! Ik word intens blij van mijn poppen en ze helpen mij bij het omgaan met mijn onvervulde kinderwens en daar gaat het om.
Dankzij het inspiratiewerkboek ‘Op zoek…’ en een aantal opdrachten, kon ik veel van me afschrijven, relativeren, accepteren, en ook weer leren.
lieve groet ‘Joost’