Morgen is het precies zeven jaar geleden dat ik mijn tweede miskraam kreeg. De miskraam waarmee ook gelijk het doek viel voor mijn kinderwens. Een zwarte dag in mijn leven.
In ‘De hoop voorbij’ schreef ik daar het volgende over:
Op maandag 20 januari 2014 sta ik na schooltijd nog even op het schoolplein, omdat ik enkele ouders moet spreken, als ik wat bloedverlies lijk te hebben. In paniek schiet ik zo snel mogelijk de school in en op het toilet blijkt dat ik inderdaad een heel klein beetje bloedverlies heb. Ik loop in paniek naar twee collega’s en bel op hun advies de huisarts, die mij enigszins geruststelt, want het hóeft niks te betekenen. Op school rond ik zo snel mogelijk alles af en ga naar huis. In de avond en nacht krijg ik ook echt last van mijn buik en dan weet ik het al… het is mis.
Er staat echter al een echo-afspraak voor de ochtend daarna, en samen met mijn moeder rijd ik naar Arnhem. Gelukkig ben ik daar gelijk aan de beurt en als ik zeg dat ik bloedverlies heb en bang ben dat het mis is, stelt de arts voor om maar gelijk te gaan kijken. En ja hoor, mijn gevoel klopt… Met een week of vijf-zes is mijn lieve kleintje gestopt met groeien. De arts doet heel hard haar best om een kloppend hartje te vinden, maar helaas. Ik ‘wist’ het al, maar toch… ongeloof… Niet nóg een keer, niet wéér een kindje verliezen.
Buiten bel ik een goede vriend en de donor en beiden zijn er ook stuk van. Op de terugweg in de auto stuur ik verschillende mensen een berichtje: “Het is mis…’t kindje is met vijf-zes weken gestopt met groeien. Ben er kapot van.” Al snel stromen de lieve en hartverwarmende reacties binnen, iedereen leeft enorm met me mee.
’s Nachts en de volgende dag heb ik pijn in mijn buik en bloedverlies. Ik voel me lamgeslagen en leeg. Op 22 januari 2014 tegen 16 uur begint de pijn flink door te zetten. De weeën beginnen…
‘s Avonds komen mijn ouders nog even langs, maar ik heb het eigenlijk amper in de gaten, want ik ben alleen maar bezig met de pijn en met mijn lieve kleintje. Op een gegeven moment is de pijn zó hevig dat ik bijna ‘out’ ga en vlak daarna verlies ik mijn kindje, veilig verpakt in het vruchtzakje. Helaas komt de pijn weer in alle hevigheid terug, ga ik weer bijna van de wereld en kort daarna verlies ik de placenta. De hevigheid van de weeën neemt vervolgens langzaam af, ik heb het ergste achter de rug. Gelukkig maar, want ik ben aan het einde van mijn Latijn.
Als ik het zo teruglees, voel ik weer die emotie. De emotie van het verlies van mijn tweede kindje. Voor mij wás het namelijk echt al mijn kindje, mijn toekomst. Wederom viel mijn toekomst dus in duigen en wederom moest ik op zoek naar een nieuwe manier om gelukkig te worden. Het gat waar ik toen inviel was diep, heel diep, waardoor ook werken een tijdje niet mogelijk was. Na veel huilen, praten, schrijven en een goede coach is het me toen gelukt om de draad weer op te pakken en weer te kunnen genieten van het leven. Een moeilijk proces, maar wel een proces dat me sterker gemaakt heeft!
Terugkijkend had ik het niet willen missen. Dit klinkt misschien raar, omdat een miskraam natuurlijk enorm heftig is en dat was het ook absoluut! Maar toch had ik ook deze zwangerschap niet willen missen. Ik voel me namelijk verbonden met mijn twee kindjes, mijn meiden die ik de namen Daisy Olivia en Jinthe Karlijn Marnie heb gegeven. Een verbondenheid die zo enorm speciaal voelt. Natuurlijk had ik Daisy en Jinthe vele malen liever hier bij me gehad en met ze willen knuffelen en ze nu willen ‘homeschoolen’, maar nu dat niet kan, ben ik dankbaar voor het feit dat ze er eventjes geweest zijn! Ik voel dat ik levenslang met ze verbonden ben en dat geeft me kracht. Zij geven mij de kracht om door te gaan, om zoveel mogelijk uit het leven te halen en te genieten van al het moois dat het leven te bieden heeft.
Carla Beukers
21-1-2021
NB De foto die hierbij staat is de kaart met het gedicht die ik gestuurd had naar familie en vrienden toen de enige cryo die ik had het ontdooien niet had overleefd en het dus écht definitief was.